ottobock-LOGO

ottobock Discovery Mobiliteitsbasis

ottobock-Ontdekking-Mobiliteit-Base-PRODUCT

INFORMATIE

Laatste update: 2016-04-08

  • Lees dit document aandachtig door voordat u het product gebruikt.
  • Volg de veiligheidsinstructies om verwondingen en schade aan het product te voorkomen.
  • Instrueer de gebruiker in het juiste en veilige gebruik van het product.
  • Bewaar dit document op een veilige plaats.
  • Nieuwe informatie over productveiligheid en productterugroepingen kan worden verkregen bij het Customer Care Centre (CCC) op oa@ottobock.com of bij de serviceafdeling van de fabrikant (zie binnenkant achteromslag of achterpagina voor adressen). U kunt dit document als pdf opvragen file van het Customer Care Center (CCC) op oa@ottobock.com of bij de serviceafdeling van de fabrikant (zie binnenkant achteromslag of achterpagina voor adressen). Het is mogelijk om de weergavegrootte van het PDF-document te vergroten.
  • Voor verdere vragen over de gebruiksaanwijzing kunt u contact opnemen met het geautoriseerde personeel dat het product aan u heeft verstrekt.

inleiding

Hartelijk dank dat u voor een product van Otto Bock Mobility Solutions GmbH heeft gekozen. Lees deze handleiding aandachtig door om er zeker van te zijn dat u er het maximale uit haalt. In het gedeelte 'Accessoires' van deze handleiding worden add-ons beschreven die beschikbaar zijn voor de Discovery om de mogelijkheden uit te breiden of het comfort te vergroten. In het hoofdstuk 'Levering/gebruiksklaar maken van het mobiliteitsonderstel' staat beschreven hoe u het mobiliteitsonderstel voor zitkuipen aan uw eigen wensen kunt aanpassen. Neem bij verdere vragen of problemen contact op met uw Ottobock-dealer. Het ontwerp, zoals beschreven in deze gebruiksaanwijzing, is onderhevig aan technische wijzigingen zonder voorafgaande kennisgeving.

Indicaties voor gebruik

Het Discovery-mobiliteitsonderstel is uitsluitend ontworpen voor gebruik met zitsystemen voor mensen die niet kunnen lopen of mensen met beperkte mobiliteit. Het kan worden verplaatst door de gebruiker of door een andere persoon.
De Ottobock-garantie is alleen van toepassing als het product wordt gebruikt volgens de gespecificeerde voorwaarden en voor de beoogde doeleinden, met inachtneming van alle aanbevelingen van de fabrikant.
Zitschalen en modulaire zitsystemen moeten worden gebruikt met verrijdbare onderstellen die geschikt zijn voor gebruik binnen en/of buiten. Hun doel is om gehandicapten mobiliteit te bieden en hen te vervoeren.
Het mobiliteitsonderstel Discovery voor binnen en buiten is speciaal ontwikkeld voor gebruik met orthopedische zitsystemen (bijv. zitschalen). Er zijn veel instelbare instellingen waarmee u de Discovery nauwkeurig kunt afstellen om aan uw individuele behoeften te voldoen. Het moet worden aangepast om te integreren met het zitsysteem dat u gebruikt door een orthopedisch of revalidatiedealer.

Wettelijke informatie

Alle wettelijke voorwaarden zijn onderworpen aan de respectievelijke nationale wetten van het land van gebruik en kunnen dienovereenkomstig variëren.
Aansprakelijkheid
De fabrikant aanvaardt alleen aansprakelijkheid als het product wordt gebruikt in overeenstemming met de beschrijvingen en instructies in dit document. De fabrikant aanvaardt geen aansprakelijkheid voor schade veroorzaakt door het negeren van dit document, in het bijzonder als gevolg van oneigenlijk gebruik of ongeoorloofde wijziging van het product.

CE-conformiteit
Dit product voldoet aan de eisen van de Europese richtlijn 93/42/EEG voor medische hulpmiddelen. Dit product is geclassificeerd als een apparaat van klasse I volgens de classificatiecriteria beschreven in bijlage IX van de richtlijn. De conformiteitsverklaring is daarom opgesteld door de fabrikant met volledige verantwoordelijkheid volgens bijlage VII van de richtlijn.

Garantie
Nadere informatie over de garantievoorwaarden kan worden verkregen bij het gekwalificeerde personeel dat dit product heeft gemonteerd of bij de servicedienst van de fabrikant (zie binnenkant achteromslag voor adressen).

3.4 Levensduur
Verwachte levensduur: 4 jaar.
Het ontwerp, de fabricage en de vereisten voor het beoogde gebruik van het product zijn gebaseerd op de verwachte levensduur. Hieronder vallen ook de vereisten voor onderhoud, het waarborgen van de effectiviteit en de veiligheid van het product. Het gebruik van het product na de gespecificeerde verwachte levensduur leidt tot een verhoogd restrisico en mag alleen plaatsvinden na zorgvuldig onderzoek en overleg met gekwalificeerd personeel. Als de levensduur is bereikt, dient de gebruiker of een verantwoordelijke begeleider contact op te nemen met gekwalificeerd personeel dat het product heeft gemonteerd of met de serviceafdeling van de fabrikant (zie binnenkant achteromslag of achterpagina voor adres). Hier kan de gebruiker informatie krijgen over bekende risico's en de huidige mogelijkheden voor het opknappen van het product.

Handelsmerken
Alle productnamen die in dit document worden genoemd, zijn onbeperkt onderworpen aan de respectieve toepasselijke handelsmerkwetten en zijn het eigendom van de respectieve eigenaars. Alle merken, handelsnamen of bedrijfsnamen kunnen gedeponeerde handelsmerken zijn en zijn het eigendom van de respectieve eigenaars. Indien in dit document gebruikte handelsmerken niet expliciet als zodanig worden geïdentificeerd, rechtvaardigt dit niet de conclusie dat de betreffende aanduiding vrij is van rechten van derden.

Service en reparaties

Service en reparaties aan het mobiliteitsonderstel Discovery mogen alleen worden uitgevoerd door Ottobock-dealers. Neem bij problemen contact op met uw dealer. Eventuele noodzakelijke reparaties worden daar uitsluitend met authentieke Ottobock reserveonderdelen uitgevoerd.

Voor reparatie en service zijn de volgende gereedschappen nodig:

  • Inbussleutel, maten: 4 mm en 6 mm
  • Sleutel, maten: 8 mm, 10 mm, 13 mm, 19 mm en 24 mm
  • Schroevendraaier
  • Momentsleutel
  • Bandenlichters
  • Uw geautoriseerde Ottobock-dealer is:

Veiligheidsinstructies

Verklaring van symbolen

  • Gevaar!
    Waarschuwingsberichten met betrekking tot mogelijke risico's van ongevallen of letsel.
  • Opgelet!
    Lees de gebruiksaanwijzing voordat u het product gebruikt.
  • Merk op!
    Opmerking voor servicepersoneel.

Algemene veiligheidsinstructies

  • Lees eerst de gebruiksaanwijzing! Voordat u het product gebruikt, dient u zich vertrouwd te maken met de bediening, de functie en het gebruik van het product.
  • Om mogelijk gevaarlijke situaties zoals kantelen te voorkomen, moet u eerst vertrouwd raken met uw nieuwe mobiliteitsonderstel met zitkuip op een vlakke ondergrond.
  • Ga niet op de voetsteunen staan ​​als u in of uit uw mobiliteitsonderstel met zitkuip stapt.
  • Leer hoe het mobiliteitsonderstel met zitschaal reageert als het zwaartepunt verschuift; voor bijvample op hellingen of hellingen of bij het nemen van obstakels zoals trappen en stoepranden. Dit mag alleen worden gedaan met hulp van een andere persoon.
  • Parkeer het onderstel met zitkuip alleen op een vlakke ondergrond. Als parkeren op een helling onvermijdelijk is,
    zorg ervoor dat u de stoel in een rechtopstaande positie brengt en dat de anti-tipper in functionele positie staat. Als de zitting achterover gekanteld is, bestaat het risico dat het onderstel met zitkuip naar achteren kantelt.
  • Houd er rekening mee dat de stoel alleen kan worden gekanteld met de anti-tipper in functionele stand.
  • Zorg er bij het reiken naar voorwerpen voor, opzij of achter het mobiliteitsonderstel met zitkuip voor dat de inzittende niet te ver uit de zitkuip leunt, aangezien de verschuiving van het zwaartepunt ervoor kan zorgen dat het mobiliteitsonderstel met zitkuip kantelen of kantelen.
  • Behandel uw mobiliteitsonderstel met zitschaal met zorg. "Spring" niet vanaf hogere oppervlakken en rijd niet tegen obstakels (inclusief trappen en stoepranden) zonder te remmen.
  • De anti-tipper is een onderdeel dat is ontworpen om te voorkomen dat het onderstel met zitkuip achterover kantelt. De antikiepsteun mag nooit worden gebruikt om de achterkant van het mobiliteitsonderstel met zitkuip te ondersteunen als de achterwielen zijn verwijderd.
  • Ga de trap niet op of af zonder hulp van iemand anders. Gebruik ramps of liften waar ze beschikbaar zijn. Als deze niet beschikbaar zijn, moeten twee personen het onderstel met zitkuip over het obstakel dragen. Als er slechts één helper beschikbaar is, dient deze persoon de anti-kiepsteun (indien gemonteerd) zo af te stellen dat deze tijdens het transport de treden niet raakt. Dit helpt een mogelijke val te voorkomen. Daarna dient de anti-kiepsteun weer in de vorige stand te worden gezet. Bij gebruik van hefplateaus met gemonteerde anti-tipper, zorg ervoor dat de anti-tipper zich binnen het stavlak van het hefplatform bevindt.
  • Houd het mobiliteitsonderstel bij het optillen altijd vast bij stevig bevestigde onderdelen, niet bij losse of bewegende onderdelen zoals de voetsteunen.
  • Zorg ervoor dat de clampDe hendels van de in hoogte verstelbare duwhandvatten zijn stevig vastgedraaid.
  • Zorg ervoor dat de remmen zijn ingeschakeld wanneer u stilstaat op een oneffen ondergrond of wanneer u overstapt (bijv. naar een auto).
  • De bandenspanning heeft een grote invloed op het rijgedrag. De wendbaarheid en het gebruiksgemak van het onderstel met zitkuip zijn het best wanneer de achterwielbanden correct zijn opgepompt en wanneer de druk in beide wielen op elke as gelijk is.
  • Controleer voordat u uw mobiliteitsonderstel met zitkuip gaat gebruiken of de banden goed zijn opgepompt. De juiste luchtdruk staat op de zijkant van de band gedrukt. Raadpleeg anders de luchtdruktabel in het hoofdstuk 'Technische gegevens' van deze handleiding.
  • Zorg ervoor dat de kabels voor het activeren van de trommelrem en voor het lossen van de gasdrukveren achter de rug liggen en niet in de buurt van de spaken komen.
  • Zorg ervoor dat de banden voldoende profieldiepte hebben.
  • Wij wijzen erop dat personen die in zitschalen zitten, altijd moeten worden vastgezet met geschikte veiligheidssystemen zoals riemen of gordels.
  • Bij sommige combinaties van instellingen kunnen de zwenkwielen de voetsteun raken. Als dit gebeurt, zal dit het stuurbereik van uw zwenkwielen aantasten en moet u de instellingen wijzigen om dit te voorkomen.
  • Houd er rekening mee dat u bij gebruik van uw mobiliteitsonderstel met zitkuip op openbare plaatsen of op straat de verkeersregels voor uw gebied in acht moet nemen.
  • Zorg dat je goed zichtbaar bent in het donker. Draag indien mogelijk lichtgekleurde kleding. We raden aan om ook actieve verlichting aan te sluiten.
  • voor transfemoraal ampVoor alle gebruikers is het gebruik van een antikiepbak verplicht.
  • Wees voorzichtig met uw vingers bij het gebruik van het onderstel met zitkuip of bij afstel- en montagewerkzaamheden (risico op verwondingen).
  • Maximaal draagvermogen inclusief zitschaal is 110 kg/242 lbs.
  • Uw Ottobock-product gebruiken als zitplaats in voertuigen voor het vervoeren van personen met beperkte mobiliteit
    Passagiers moeten tijdens het reizen waar mogelijk de stoelen en voertuigbeveiligingssystemen gebruiken die al in het voertuig zijn geïnstalleerd. Dit is de enige manier om de passagiers bij een ongeval optimaal te beschermen. Uw Ottobock-product kan worden gebruikt als zitplaats in een voertuig voor het vervoeren van personen met beperkte mobiliteit met behulp van de door Ottobock aangeboden veiligheidselementen en passende bevestigingssystemen. Voor meer informatie verwijzen wij u naar onze gebruiksaanwijzing “Uw rolstoel/mobiliteitsbasis gebruiken voor zitschalen of buggy als zitplaats voor transport in een rolstoeltoegankelijk voertuig”, bestelnummer 646D158.3
  • Zorg ervoor dat u de schroeven na alle aanpassingen weer stevig vastdraait.
  • Hoewel het installeren van add-on drives op het product over het algemeen niet is toegestaan, kan hetviewop aanvraag door onze afdeling Custom Fabrication uitgevoerd.
  • Ernstig letsel door overschrijding van de levensduur
    Het gebruik van het product na de gespecificeerde verwachte levensduur (zie het hoofdstuk "Levensduur") leidt tot een verhoogd restrisico en mag alleen plaatsvinden na zorgvuldige zorgvuldigheid en overleg met gekwalificeerd personeel. Als de levensduur is bereikt, moet de gebruiker of een verantwoordelijke begeleider contact opnemen met het gekwalificeerd personeel dat het product heeft gemonteerd of met de serviceafdeling van de fabrikant (zie binnenkant achteromslag of achterpagina voor adres). Hier kan de gebruiker informatie krijgen over bekende risico's en de huidige opties voor het opknappen van het product.

Verdere opmerkingen

Ook bij het voldoen aan alle geldende richtlijnen en normen is het mogelijk dat alarmsystemen (bijvoorbeeld in warenhuizen) reageren op uw product. Mocht dit gebeuren, verwijder dan uw product uit het gebied waar het alarm is geactiveerd.

Waarschuwingssymbolen en typeplaatjes

Etiket/naambord Uitleg
ottobock-Discovery-Mobility-Base-FIG-1

 

Een typeaanduiding

B Artikelnummer fabrikant

C Maximaal draagvermogen (zie hoofdstuk „Technische gegevens“) D Fabrikant / adres / land van fabricage

E Serienummer

F Productiedatum

G Europees artikelnummer / Internationaal artikelnummer H Lees de gebruiksaanwijzing voordat u het product gebruikt.

I CE-markering – productveiligheid in overeenstemming met de EU-richtlijnen

Etiket/naambord Uitleg
ottobock-Discovery-Mobility-Base-FIG-2  

 

Verankeringspunt/bevestigingspunt voor het vastzetten van het revalidatieapparaat in motorvoertuigen voor het vervoer van gehandicapten.

Leveren/gebruiksklaar maken van het mobiliteitsonderstel

De originele verpakking bevat de volgende onderdelen:

  • Mobiliteitsbasis voor zitschalen
  • Gebruiksaanwijzing en benodigd gereedschap
  • Accessoires zoals besteld

Verwijder voorzichtig de transportbeveiligingen en het verpakkingsmateriaal.ottobock-Discovery-Mobility-Base-FIG-3

Verwisselen/verplaatsen van de interface-adapters
Op dit moment zijn de volgende typen interface-adapters voor zitsystemen beschikbaar:

  1. Parallelle aanpassing 5 Dräger
  2. Trapeziumadaptatie 6 Vorm/mos (afb. 2, pos. A)
  3. 82/Ato Form 7 Universele dwarsbalken (afb. 2, item B)
  4. Modellen 1 – 4 Na het losdraaien van de schroefverbindingen (afb. 1, pos. A) op de stoelbeugels kan de interface-adapter (afb. 1, pos. B) worden verschoven of verwisseld.
  5. Modellen 5 + 6 Schuif de interface-adapters (Fig. 2) op de stoelstangen en draai de schroeven vast. Hiervoor is het noodzakelijk om de bevestigingsinrichting voor de rugleuning van de stoelstangen te verwijderen.ottobock-Discovery-Mobility-Base-FIG-4

Zitdiepte
De zitdiepte kan worden ingesteld door een van de vier zitdieptestanden te kiezen (afb. 3). Om de dieptepositie te veranderen, moeten de bevestigingsschroeven van de bevestigingsinrichting voor de rugleuning (afb. 3, pos. A) en de schroeven van de gasdrukveerbevestiging (afb. 3, pos. B) links en aan de rechts. Vervolgens kan het bevestigingsapparaat voor de rugleuning op de stoelbeugel worden verschoven om te worden versteld. Bij het instellen van de zitdiepte hoeft het rugframe niet te worden gedemonteerd.

Positie van zitstangen
Na het verwijderen van de schroefverbindingen aan het basisframe (afb. 4, pos. A) kunnen de zitbeugels 2.5 cm worden verschoven, bijv. om meer ruimte te bieden voor de voetsteunen of om het zwaartepunt te verplaatsen. Draai na het afstellen alle schroeven weer goed vast.
Montage van zitsystemen
Bij gebruik van zitsystemen van andere fabrikanten de gebruiksaanwijzing van de betreffende fabrikant in acht nemen. Ottobock aanvaardt geen aansprakelijkheid voor combinaties met interface-adapters die niet vermeld staan ​​onder 'Interface-adapters vervangen/verplaatsen'.ottobock-Discovery-Mobility-Base-FIG-5
Verwijderen en monteren van zitsystemen die zijn uitgerust met de 'Horacek' zitschaalinterface (Fig. 5)
Om het mobiliteitsonderstel met zitkuip te vervoeren of om het gewicht te verdelen over twee hanteerbare ladingen, kan de zitting eenvoudig van het mobiliteitsonderstel worden verwijderd. Dit maakt ook een gemakkelijke verplaatsing van de stoel tussen mobiliteitsbases voor binnen en buiten mogelijk. Ga aan de zijkant van de ziteenheid zitten. Houd het hoofdgedeelte van de rugleuning met één hand vast. Reik nu onder de stoel en trek de ontkoppelingshendel naar de rand van de stoel of de voetsteun om de stoelbevestiging los te maken. Kantel de rugleuning meer dan 45° en verwijder deze door deze omhoog te tillen. Om de stoel weer op het onderstel te monteren, houdt u de stoel vast zoals hierboven beschreven en plaatst u eerst de vergrendeling in een hoek van ca. 45° op de achterste buis van de stoeladapter. Druk de voorkant van de zitting op het onderstel totdat de zitting hoorbaar vastklikt. Zorg ervoor dat het goed vastzit door de stoel een paar korte rukjes te geven.
Schalen verwijderen en monteren met behulp van de trapeziumvormige adapter (afb. 6)
Om het mobiliteitsonderstel met zitkuip te vervoeren of om het gewicht te verdelen over twee hanteerbare ladingen, kan de zitting eenvoudig van het mobiliteitsonderstel worden verwijderd. Dit maakt ook een gemakkelijke verplaatsing van de stoel tussen mobiliteitsbases voor binnen en buiten mogelijk. Ga aan de zijkant van de ziteenheid zitten. Houd de stoel vast met één hand op de rugleuning. Trek de ontgrendelingsknop (Fig. 3) onder de stoel naar beneden. De vergrendelingsbout zal de adapter ontgrendelen en vrijgeven. Duw tegelijkertijd de zitkuip naar voren. Vervolgens kunt u de zitschaaleenheid verwijderen. Om de zitting weer op het onderstel te monteren, plaatst u het achterste deel van de zitkuipinterface op de adapterbevestiging en schuift u de zitkuip naar achteren totdat de vergrendelingsbout hoorbaar terugklikt in de vergrendelingspositie. Zorg ervoor dat de zitkuip goed vastzit door er een paar korte rukjes aan te geven.

Statische stabiliteit controleren alvorens het mobiliteitsonderstel met zitkuip te gebruiken

Na montage van een zitsysteem moet de stabiliteit van het gehele product worden gecontroleerd. Als de statische stabiliteit minder is dan 10°, schrijft de norm EN 12183 voor dat de gebruiker en/of begeleider hiervan op de hoogte worden gebracht in een duidelijke waarschuwingsnota, zodat de gebruiker/verzorger overeenkomstige voorzorgsmaatregelen kan nemen voor de veiligheid van de gebruiker.

Instel- en aanpassingsmogelijkheden

Zitting kantelenottobock-Discovery-Mobility-Base-FIG-6
Hellende en rechtopstaande positie – U kunt de zitting van uw mobiliteitsonderstel met zitkuip ca. 35° naar achteren (Fig. 8) door op de ontgrendelingshendel te drukken (Fig. 7). Hierdoor wordt de blokkering door de gasdrukveer opgeheven. Wanneer de gewenste hoek is bereikt, stopt u met het indrukken van de hendel.
  • Houd er rekening mee dat de stoel alleen kan worden gekanteld met de anti-tipper in functionele stand. Bij gebruik van 22″ en 24″ wielen is het hellingsbereik beperkt (zie 'Technische gegevens').ottobock-Discovery-Mobility-Base-FIG-7

transport
Minimaliseren van de afmetingen – Als uw onderstel voor zitkuip en de gebruikte zitschaal zijn uitgerust met een interface-adaptersysteem met snelsluiting, kunt u het onderstel met zitschaal handzamer maken, bijvoorbeeld om op te bergen in de auto. Verwijder eerst het zitsysteem en de voetsteunen van het mobiliteitsonderstel. Trek aan de vergrendelingsriem (fig. 9, item A) en klap het rugframe naar voren totdat het op de zitbuizen rust (fig. 10). Let er bij het uitklappen op dat de nok (afb. 9, pos. B) in het daarvoor bestemde boorgat (afb. 9, pos. C) vastklikt. Zorg ervoor dat het rugframe bij het uitklappen aan beide zijden volledig vastklikt.

Veiligheid in motorvoertuigen – Het frame is voorzien van vier bevestigingsogen (afb. 10, pos. A). Als u het mobiliteitsonderstel met riemen wilt vastzetten, gebruik dan alleen deze bevestigingspunten.

Standaard uitrusting

ottobock-Discovery-Mobility-Base-FIG-8

In hoogte verstelbare duwstang (Fig. 11)
Het kan verticaal worden aangepast tot een comfortabelere hoogte voor de persoon die de stoel duwt. Open hiervoor de clamphendels rechts en links van de rugbuizen (fig. 11, item A), verplaats de duwstang naar de gewenste hoogte en draai de klem weer vastamphendels totdat ze goed vastzitten. Het instelbereik is ca. 20 cm.

In hoogte verstelbare duwhandvatten (fig. 12)
Ze kunnen verticaal worden versteld tot een comfortabelere hoogte voor de begeleider. Open hiervoor de clamphendels rechts en links van de rugbuizen (fig. 12, item A), verplaats de duwhandgrepen naar de gewenste hoogte en draai de klem weer vastamphendels totdat ze goed vastzitten. Het instelbereik is ca. 20 cm.ottobock-Discovery-Mobility-Base-FIG-9

Hoekverstelbaar rugframe (Fig. 13)
De hoek tussen rugframe en zitframe kan worden aangepast met het ratelmechanisme (Fig. 9). Het hellingsbereik is 90° tot 120°. Door aan de riem te trekken (fig. 9, item A) wordt het verstelmechanisme vrijgegeven en kan de rughoek worden ingesteld. Zorg ervoor dat u de vergrendeling aan beide kanten weer hoort vastklikken na het maken van aanpassingen.

Aandacht: Het vergroten van de hoek tussen zitframe en rugframe tot meer dan 90° mag alleen worden gedaan als de antikiepsteun in functionele stand staat.

Wielen van polyurethaan met wielvergrendeling (Fig. 14)
De wielblokkeringen dienen om de wielen te blokkeren. Om de wielblokkering toe te passen, duwt u de wielbedieningshendel naar voren. Om de wielblokkering op te heffen, trekt u de wielbedieningshendel naar achteren. Controleer voor elk gebruik van het mobiliteitsonderstel met zitkuip of de wielblokkeringen werken en stel ze indien nodig opnieuw af (zie hoofdstuk 'Onderhoud, reiniging en verzorging').

Accessoires

Het verrijdbare onderstel voor zitschalen is ontworpen als een modulair montagesysteem, wat betekent dat er bepaalde accessoires bij kunnen worden gebruikt. De volgende opties en accessoires kunnen het gebruik van uw mobiliteitsonderstel met zitkuip vergemakkelijken.ottobock-Discovery-Mobility-Base-FIG-10

Opbergtas (fig. 15)
De opbergtas wordt in het frame onder de zitting gehangen. Het is bevestigd met een overlappende tong en 2 lussen met drukknopen. Het maximale draagvermogen is 5 kg.

Tip-assist (Fig. 16)
Voor het nemen van hindernissen zoals stoepranden etc. kan het nodig zijn om het onderstel met zitkuip naar voren te kantelen. De tip-assist wordt gebruikt om het fooien makkelijker te maken. Stap met uw voet op de tip-assist en trek de duwhandvatten/duwstang naar achteren.ottobock-Discovery-Mobility-Base-FIG-11

Armleuningen Hoogteverstelling van de armleuningen
Om de hoogte van de armleuning aan te passen, draait u de clamp aansluiting (afb. 17, pos. A) en verplaats de armleuning naar de gewenste hoogte. Zet deze positie vast met behulp van de clampschroef.

Hoekverstelling van de armleuningen (optioneel)
Om de hoek van de armleuning in te stellen, draait u de schroefverbinding los (afb. 18, pos. A). Stel de gewenste hoek in en draai de schroefverbinding weer stevig vast.

Voetsteunconstructies gemonteerd op de zitbuis

ottobock-Discovery-Mobility-Base-FIG-12

Onderdelen van de voetsteunconstructies De voetsteunconstructies bestaan ​​uit de volgende componenten:

  • Voetsteunontvanger (afb. 19, pos. B)
  • Voetsteunhouder (afb. 19, pos. C)
  • Kuitband (afb. 19, item D)
  • Voetensteunstang (afb. 19, pos. E)
  • Voetplaat (afb. 19, pos. F)

voetsteun ontvangers
De verschillende voetsteunconstructies zijn in diepte verstelbaar door de voetsteunontvanger min of meer diep in de zitbuis te duwen, die is voorzien van een overeenkomstig verstelgatkanaal. Draai hiervoor de inbusbouten (afb. 19, pos. A) aan beide zijden los en verplaats de voetsteunontvanger naar de gewenste positie. Draai vervolgens de inbusbouten weer vast. Voetsteunontvangers met ratelverbindingen zorgen ervoor dat de voetsteunen omhoog komen na het openen van de excentrische hendel (afb. 20, pos. A). Kies een hoek en vergrendel de voetensteun door de excentrische hendel te sluiten.ottobock-Discovery-Mobility-Base-FIG-13

Voetsteunhouder (Fig. 21)
De voetensteunhouder wordt in de voetsteunontvanger gehangen. Om de voetensteun te verwijderen, trekt u de hendel naar achteren en draait u de voetensteun naar buiten. Nu kunt u de voetensteun verwijderen door deze omhoog te trekken.

Onderbeenlengte aanpassen (fig. 22)
Na het losdraaien van de schroef op de voetsteunhouder (afb. 22, pos. A) of voetsteunbuis (afb. 22, pos. B), kunnen de voetsteunstang en de voetplaat op de gewenste onderbeenlengte en voor de zithoogte worden ingesteld schelp die je gebruikt.

Zorg er bij het afstellen altijd voor dat de voetplaat het zwenkwiel niet raakt. Zorg ervoor dat de voetplaatstang voor de opklapbare voetsteun (afb. 22, rechts) minimaal 40 mm (tot aan de markering) in het zwenksegment zit. Nadat u klaar bent met alle aanpassingen, draait u de losgedraaide schroeven weer volledig vast.ottobock-Discovery-Mobility-Base-FIG-14

Kuitband (Fig. 23)
De kuitband dient ter ondersteuning van de onderbenen op kuithoogte om te voorkomen dat de voeten naar achteren van de voetplaten glijden. Klittenbandsluitingen maken lengteaanpassing van de kuitband mogelijk. Voor het verwijderen van de voetensteun moet u eerst de kuitband aan één kant naar boven uit de kuitbandhouder trekken. Individuele voetsteunen kunnen ook worden uitgerust met hielriemen.

Individuele voetsteunen, in hoek verstelbaar (Fig. 23)
Met de individuele voetsteunen, in hoek verstelbaar, kunnen de rechter en linker voetplaat worden opgeklapt om transfers van de gebruiker te vergemakkelijken.

Voetsteun met één paneel, in hoek verstelbaar (Fig. 24)
De voetplaat kan omhoog worden geklapt in de richting van een voetsteunstang, waardoor transfers van de gebruiker gemakkelijker worden als de benen in staat zijn om gewicht te dragen.ottobock-Discovery-Mobility-Base-FIG-15

De hoek van de voetplaat aanpassen (Fig. 25)

  • In hoek verstelbare voetplaten behoren tot de standaarduitrusting.
  • Draai de inbusbout (sleutelmaat 5 mm) bij de achterste voetplaatophanging enkele slagen los.
  • Zet de voetplaat in de gewenste positie en draai de schroef weer stevig vast.
  • Aandacht – Om een ​​perfecte werking van de voetensteun met één paneel te garanderen, moet de hoek aan de scharnierzijde en aan de rustzijde identiek zijn.

Vergrendeling voor voetsteun met één paneel (Fig. 26)
De vergrendeling voorkomt dat de voetplaat onbedoeld losraakt en omhoog klapt, vooral bij spastische gebruikers. Trek aan de stang aan de ring (fig. 26) om de voetplaat omhoog te klappen.

Nadat u alle aanpassingen hebt voltooid, moet u ervoor zorgen dat u alle schroeven die u hebt losgemaakt, weer vastdraait.ottobock-Discovery-Mobility-Base-FIG-16ottobock-Discovery-Mobility-Base-FIG-17

Verhoogde voetsteun (Fig. 27–29)
Dit maakt positionering van het been onder verschillende hoeken mogelijk. Met de ontgrendelingshendel die aan het zwenksegment is bevestigd, kan de hoek van de voetensteun in kleine stappen worden versteld.

De hoek aanpassen
Draai de ontgrendelingshendel voor het omhoog/omlaag zetten van de voetensteun omhoog (afb. 27, pos. 1). Ondersteun tegelijkertijd de voetsteunstang en verplaats deze in de gewenste hoek (afb. 27, pos. 2).
Draai nu voorzichtig de ontgrendelingshendel terug (afb. 27, pos. 3). Bij de volgende vrije positie klikt de voetsteun op zijn plaats.

Voetsteun verwijderen
Druk op de ontgrendelingshendel om de voetensteun te verwijderen (afb. 28, pos. 1). Draai de voetensteun minimaal 30° naar buiten (afb. 28, pos. 2) totdat deze kan worden verwijderd.

Voetsteun bevestigen
Houd de voetensteun naar buiten in een hoek van ten minste 30° opzij en plaats het draailager in de voetsteunadapter (afb. 29, pos. 1). Zwenk de voetensteun in de rijrichting totdat de voetensteun vastklikt (afb. 28, pos. 3). Onderbeenlengte instellen Zie afb. 22, pos. B.ottobock-Discovery-Mobility-Base-FIG-18

Hoek van de voetplaat instellen (Fig. 30/31) De voetplaat van de verstelbare voetensteun is standaard in hoek verstelbaar. Draai de inbusbout op de adapter los om de hoek van de voetplaat aan te passen (Fig. 30). Zet hem nu in de gewenste stand (fig. 31). Draai de inbusbout weer stevig vast (Fig. 30).ottobock-Discovery-Mobility-Base-FIG-19

Voetsteun voor korte onderbeenlengte (Fig. 32/33)
Biedt ondersteuning voor gebruikers met een korte onderbeenlengte (vooral kinderen) op verschillende hoogtes en hoeken. Onderbeenlengte aanpassen Na het losdraaien van de clampmet schroeven (afb. 32, pos. 1/2), kan de voetplaat door draaien op de gewenste hoogte en diepte worden ingesteld (afb. 32, pos. 3)

Zie het volgende gedeelte voor het maken van noodzakelijke gelijktijdige aanpassingen aan de hoek van de voetplaat. Zorg er bij het afstellen altijd voor dat de voetplaat het zwenkwiel niet raakt. Nadat u klaar bent met alle aanpassingen, draait u de losgedraaide schroeven weer goed vast.

De hoek van de voetplaat aanpassen
De standaard voetplaat is in hoek verstelbaar. Maak de bovenste cl losampschroef (afb. 32, pos. 2). De lagere klampEventueel moet ook de schroef worden losgedraaid (afb. 32, pos. 1). Stel nu in op de gewenste positie (afb. 32, pos. 4) en draai de klem weer stevig vastampschroeven. De voetensteun losmaken/bevestigen (fig. 33) Om te verwijderen, trekt u de hendel naar achteren (fig. 33, pos. 1) en draait u de voetensteun minstens 30° opzij (fig. 33, pos. 2). Nu kunt u de voetensteun verwijderen door deze omhoog te trekken. Om te bevestigen, houdt u de voetsteun naar buiten in een hoek van minimaal 30° opzij en steekt u het draailager in de voetsteunadapter (afb. 33, pos. 2). Zwenk de voetensteun in de rijrichting totdat deze vastklikt.ottobock-Discovery-Mobility-Base-FIG-20

Voetsteunmontage voor interface zitschaal (Fig. 34)
De voetensteun is gemonteerd op de interface van de zitkuip. Draai hiervoor de inbusbouten op de zitschaalinterface (afb. 34, pos. A) los en verplaats de kniehoek naar de gewenste positie. Draai de inbusbouten weer stevig vast. De kniehoek kan worden aangepast met behulp van de clamphendel (afb. 34, pos. B). De inbusbouten (afb. 35, pos. A) maken aanpassing aan de onderbeenlengte mogelijk. Om de hoek van de voetplaat in te stellen, maakt u de twee schroefverbindingen (afb. 35, pos. B) links en rechts van de voetplaat los. Zorg er bij het afstellen altijd voor dat de voetplaat het zwenkwiel niet raakt.

'Horacek' zitschaalinterface (afb. 34)
De zitschaal-interface kan eenvoudig worden bevestigd aan de 'Horacek'-interface-adapter door middel van de snelsluiting. De zitschaalinterface wordt onder het zitsysteem bevestigd. Zie voor de bediening het hoofdstuk 'Verwijderen en monteren van zitsystemen voorzien van de 'Horacek' zitschaalinterface'.ottobock-Discovery-Mobility-Base-FIG-21

Duwstang met ratelverbinding

De duwstang met ratelverbindingen maakt hoogte- en hoekverstelling van de duwstang mogelijk om een ​​comfortabele houding te verkrijgen voor de persoon die de stoel duwt. Door het losmaken van de clampMet de hendels (afb. 36, pos. A) kunt u de duwstang losmaken en op de juiste hoogte brengen. Om de hoek aan te passen, draait u de cl losamphendels (afb. 36, pos. B). Zorg ervoor dat u de cl weer goed vastdraaitamphendels (items A en B) na alle aanpassingen.

Anti-kiepbak
Anti-tipper, wegklapbaar, voor 12″ wielen (Fig. 37)
De anti-tipper voorkomt dat het onderstel met zitkuip te ver naar achteren kantelt. De antikiepsteun kan met lichte druk van bovenaf worden ontgrendeld en vervolgens naar achteren in de functionele stand of naar voren worden gezwenkt.

De anti-kiepbak vergrendelt in 2 standen:

  1. Achterwaarts gericht (actieve instelling van de antikiepbak, functioneel)
  2. ca. 90°-stand (instelling vereist bij gebruik van de opbergtas of bij het nemen van obstakels of gewoon wanneer de anti-kiepsteun niet nodig is).

Bij het naar achteren kantelen van de ziteenheid of bij het verstellen van de hoek tussen zitting en rugleuning tot meer dan 90° is het absoluut noodzakelijk dat de antikiepsteun in functionele stand staat!ottobock-Discovery-Mobility-Base-FIG-22

Antikiepbak voor 22″/24″ wielen
De kantelbeveiliging (fig. 38) voorkomt dat het onderstel met zitkuip te ver naar achteren kantelt. De antikiepsteun kan met lichte druk van bovenaf worden ontgrendeld en vervolgens naar achteren in de functionele stand of naar voren worden gezwenkt. Als de zitting of rugleuning naar achteren moet worden gekanteld, is het absoluut noodzakelijk dat de antikiepsteun in de functionele stand wordt gezwenkt. Na het losdraaien van de bevestigingsschroef kan de antikiepsteun in drie stappen in lengte worden versteld. Met toenemende lengte van de anti-tipper in functionele stand neemt het mogelijke kantelbereik af. In functionele stand mag de afstand tussen de antikiepwielen en de grond maximaal 5 cm zijn.

Houd er rekening mee dat als de antikiepbak naar achteren is geklapt, het onmogelijk is om obstakels (bijv. stoepranden) vanaf een bepaalde hoogte te nemen. Om het risico op een ongeval te voorkomen, moet u de antikiepsteun naar voren zwenken voordat u over dergelijke obstakels rijdt.

Ruggeleider voor zitschalen
Steek de smalle zijde van de bevestigingsplaat in het sleufgat (afb. 39, pos. A), draai 180° en draai de plaat vast met de vleugelschroef (afb. 39, pos. B). De rugschaal is nu aan de geleideplaat bevestigd (afb. 39, pos. C). Bij het aanpassen van de rughoek zal de ruggeleider overeenkomstig omhoog of omlaag bewegen.ottobock-Discovery-Mobility-Base-FIG-23

Dienblad 

Het dienblad is alleen te gebruiken in combinatie met armleuningen. Zorg ervoor dat beide armleuningen op gelijke hoogte staan. Schuif het blad vanaf de voorkant op de armleuningen. De gebruiker van de zitkuip moet dankzij de uitsparing toch voldoende ruimte hebben. Het wordt aanbevolen om in hoek verstelbare armleuningen te gebruiken.

Trommelrem voor begeleider (Fig. 41)
Met de trommelrem kan het onderstel met zitschaal onafhankelijk van de bandenspanning worden afgeremd. Draai de remhendels (fig. 41, pos. A) vast om de trommelremmen te activeren. Om de remmen te vergrendelen, trekt u de remhendel volledig uit en klikt u de bevestigingsklauw (afb. 41, pos. B) met uw wijsvinger vast. Om de rem vrij te geven, trekt u lichtjes aan de remhendel en de borgklauw gaat open. Houd er rekening mee dat de remmen opnieuw moeten worden afgesteld als het remeffect niet gelijkmatig is. Controleer af en toe de afstelling van de trommelrem (zie paragraaf 'Instelbare remkracht bij achterwiel met trommelrem').ottobock-Discovery-Mobility-Base-FIG-24

In plaats van de 12″ achterwielen kunnen ook 22″ of 24″ wielen worden gemonteerd met behulp van een speciale achteras (Fig. 42). Hiervoor maakt een gatenmatrix een instelling van de ashoogte en de wielbasis in stappen van 25 mm mogelijk. De wielen zijn voorzien van snelspanassen (Fig. 43) en kunnen worden verwijderd.

Let op bij gebruik van 22″ en 24″ wielen (Fig. 43):
In een extreem geval kan de statische stabiliteit veranderen in: 5.9° naar voren, 3.9° naar de zijkant en 7.2° naar achteren. De trommelremmen zijn ontworpen om veilig te functioneren als parkeerrem op hellingen tot 8°. Afhankelijk van de wielbasis kan de speciale achteras voor de montage van grote wielen leiden tot beperkingen van het zitneigingsbereik. Waarden hiervoor staan ​​vermeld in het hoofdstuk 'Technische gegevens'.
Om het risico op letsel te verminderen, mogen de spaken van de wielen niet van binnenuit toegankelijk zijn voor de gebruiker. Bescherm de gebruiker dienovereenkomstig door spaakbeschermers (spaakbeschermers) te monteren of door andere maatregelen (zijplaten op de zitkuip).

Gebruik in voertuigen voor het vervoeren van personen met beperkte mobiliteit

Gebruik in voertuigen voor het vervoeren van personen met beperkte mobiliteit
Ernstig letsel bij ongevallen als gevolg van een gebruikersfout. Gebruik altijd eerst de stoelen en veiligheidssystemen in het voertuig voor het vervoeren van personen met beperkte mobiliteit. Dit is de enige manier om de passagiers bij een ongeval optimaal te beschermen. Als het product wordt gebruikt als zitplaats in een voertuig voor het vervoeren van personen met beperkte mobiliteit, moeten de door de fabrikant aangeboden veiligheidselementen en geschikte bevestigingssystemen worden gebruikt. Meer informatie vindt u ook in het document “Uw product gebruiken voor transport in een rolstoeltoegankelijk voertuig”, bestelnummer 646D158.

Het gebruik van het gordelsysteem als veiligheidssysteem in voertuigen voor het vervoeren van personen met beperkte mobiliteit is verboden
Ernstig letsel door onjuist gebruik van het product. De bij het product aangeboden gordels en positioneringshulpmiddelen mogen in geen geval worden gebruikt als onderdeel van een bevestigingssysteem voor vervoer in een voertuig voor het vervoeren van personen met beperkte mobiliteit. Houd er rekening mee dat de riemen en positioneringshulpmiddelen die bij het product worden aangeboden, alleen bedoeld zijn om de gebruiker te ondersteunen die in het product zit.

Verboden vervoer van de passagier bij geactiveerde rugleuningverstelling en zitneiging
Verlies van veilige bevestiging in het product als gevolg van een gebruikersfout. Zorg ervoor dat de passagier tijdens het transport bijna rechtop zit. Zet de rugleuning bijna rechtop voordat u op reis gaat. Controleer het vergrendelingsmechanisme aan beide zijden.

Tijdens transport in voertuigen voor het vervoeren van personen met beperkte mobiliteit moet het product voldoende worden vastgezet met bevestigingsriemen. Het transportgewicht van de te vervoeren persoon in een voertuig voor het vervoeren van personen met beperkte mobiliteit komt overeen met het maximaal toegestane gebruikersgewicht (zie de “ Technische gegevens').

Vereist accessoire
De Discovery en Discovery HR32040450 mobiliteitsonderstellen voor zitschalen zijn altijd voorzien van bevestigingspunten. Voor het zitschaal-mobiliteitsonderstel zijn geen extra bevestigingssets nodig.

Gebruik van het product in het voertuig
Het verrijdbare onderstel voor zitschalen is getest volgens ANSI/RESNA en ISO 7176-19.ottobock-Discovery-Mobility-Base-FIG-25

Vastzetten van het product in het voertuig

  1. Plaats het product in het voertuig voor het vervoeren van personen met beperkte mobiliteit. Zie voor meer informatie paragraaf 5 in de brochure “Uw product gebruiken voor transport in een rolstoeltoegankelijk voertuig”, bestelnummer 646D158.
  2. Breng de bevestigingsriemen aan de voor- en achterkant aan voordat u ze vastdraait (Fig. 44/45). Het product toont de juiste positionering van de bevestigingsriemen (zie afb. 46).ottobock-Discovery-Mobility-Base-FIG-26

Leggen van de heupgordel

  1. Plaats de passagier in een bijna rechtop zittende positie.
  2. Trek elk uiteinde van de heupgordel vanaf de binnenkant van de stoel door tussen de bekleding en het frame door naar de buitenkant van de stoel.
  3. Steek het uiteinde van de heupgordel om de pen (zie afb. 47).
  4. Controleer of de riem niet gedraaid zit maar plat tegen het lichaam van de passagier aanligt.
  5. Span de band aan, rekening houdend met het comfort van de gebruiker.
  6. Bevestig indien nodig de kuitband aan het frame en plaats de voeten van de passagier achter de kuitband.

Beperkingen voor gebruik

Het product gebruiken met bepaalde instellingen en/of geïnstalleerde opties Ernstig letsel bij ongevallen als gevolg van losraken van opties. Voordat u het product gebruikt als zitplaats in een voertuig voor het vervoeren van personen met beperkte mobiliteit, verwijdert u opties die moeten worden verwijderd voor veilig transport. Neem de volgende tabel in acht. Berg alle gedemonteerde opties veilig op in het voertuig voor het vervoeren van personen met beperkte mobiliteit. Houd er rekening mee dat bepaalde instellingen op het product het gebruik van het product in een voertuig voor het vervoeren van personen met beperkte mobiliteit uitsluiten.

Keuze
Combinatie van: Achteras met trommelrem in combinatie met 20”/22″ /24” wielen en kantelmogelijkheid tot 35°

Onderhoud, reiniging en verzorging

Veel schroefverbindingen maken gebruik van schroeven en moeren die zijn voorzien van een schroefdraadborging. Als u dergelijke schroefbevestigingen moet losmaken, vervangt u de moer of schroef door een nieuwe schroefdraadborging en/of moer. De juiste werking van het mobiliteitsonderstel met zitschaal moet voor elk gebruik worden gecontroleerd. De in de volgende tabel vermelde controles moeten door de gebruiker met de aangegeven intervallen worden uitgevoerd. Het niet uitvoeren van deze eenvoudige controles kan leiden tot problemen die de garantie ongeldig kunnen maken.

Check voor elk gebruiken per week maandelijks
Functietest van de rem/wielblokkering X    
Veilige vergrendeling van het zitsysteem X    
Stevige zit van alle wielen X    
Stevige zitting van de duwhandvatten / duwstang en      
Stevige zitting van de rubberen handgrepen op de duwhandgrepen X    
Vervuiling op lagers   X  
Luchtdruk (gedrukt op de zijwand van de band)   X  
Onderzoek van schroefverbindingen     X
Visueel onderzoek van aan slijtage onderhevige onderdelen (bijv. banden, lagers)     X
Controleer de spaakspanning bij gebruik van 22″ of 24″ wielen     X

Mochten er defecten aan het licht komen, neem dan contact op met uw erkende dealer. We raden u ook aan om uw mobiliteitsonderstel met zitkuip elke twaalf maanden te laten onderhouden door uw erkende dealer.ottobock-Discovery-Mobility-Base-FIG-27

Instelbare remkracht met achterwiel met wielblokkering
Een verkleining van de afstand tussen de wielblokkeerbout (afb. 48, pos. A) en het wiel verhoogt de remkracht; een grotere afstand vermindert de remkracht. Na het losdraaien van de schroeven op de geleideplaat (afb. 49, pos. B) kunt u de wielblokkering verplaatsen en de afstand tot de band aanpassen. De wielblokkering moet zo worden gemonteerd dat wanneer de wielblokkering niet is geactiveerd, de afstand tussen de band en de wielblokkering maximaal 10 mm is (bij gebruik van polyurethaanbanden) of maximaal 5 mm (bij gebruik van luchtbanden). Zet na het afstellen de wielblokkering vast door de schroeven op de geleideplaat vast te draaien (afb. 49, pos. B).

Instelbare remkracht met achterwiel met trommelrem
Met de stelschroef (afb. 50, pos. A) kan de remkracht worden ingesteld om een ​​optimale remwerking te bereiken. Door de schroef los te draaien wordt de remkracht vergroot, om deze te verminderen draait u de schroef vast. Terwijl het wiel vrij ronddraait, moet u de stelschroef losdraaien totdat u het geluid hoort van het wiel dat wordt afgeremd. Draai vervolgens de stelschroef in totdat het wrijvingsgeluid verdwijnt. Het wiel moet vrij kunnen draaien. Zet na het afstellen de stelschroef vast door de contramoer vast te draaien (afb. 50, pos. B).

  • Zorg ervoor dat de remkracht (wielblokkering / trommelrem) van beide achterwielen gelijk is afgesteld. Zorg ervoor dat de kracht van de trommelrem als parkeerrem alleen voldoende is als de handremhendel in de tweede of derde ratelstand staat!

Reiniging en onderhoud

Gebruik een mild reinigingsmiddel om uw mobiliteitsonderstel schoon te maken. Sommige onderdelen van uw mobiliteitsbasis hebben van tijd tot tijd onderhoud nodig om een ​​soepele werking te garanderen.

  • Haar of vuildeeltjes kunnen zich ophopen tussen het zwenkwiel en de vork, waardoor de zwenkwielen moeilijk kunnen draaien. Verwijder haar en vuildeeltjes.
  • Reinig de vork en het zwenkwiel grondig met een mild reinigingsmiddel.
  • Let er bij montagewerkzaamheden aan de trommelremmen op dat er geen olie op de remvoeringen of op de remtrommel komt.
  • Als uw mobiliteitsonderstel nat wordt, droog het dan zo snel mogelijk af met een handdoek.
  • Gebruik uw mobiliteitsbasis niet in zout water en zorg ervoor dat zand of andere deeltjes de wiellagers niet beschadigen.
  • Controleer regelmatig de dichtheid van alle schroefverbindingen. Als een schroefverbinding vaak losraakt, raadpleeg dan uw dealer.

Onderhoud van luchtbanden

  • We raden aan om altijd een luchtpomp en bandenreparatieset mee te nemen voor noodgevallen. Overweeg als alternatief om een ​​spuitbus hardschuim (verkrijgbaar bij fietsenwinkels) achter de hand te houden om uw band te vullen in geval van een lekke band.
  • Als een band lek is, gebruik dan het juiste gereedschap om de band voorzichtig van de velg te halen.
  • Zorg ervoor dat u de velg en de binnenband niet beschadigt.
  • Repareer de buis volgens de aanwijzingen in de reparatieset of vervang de oude buis door een nieuwe.
  • Voordat u de band weer monteert, inspecteert u het binnenste velgoppervlak en de binnenkant van de band op voorwerpen die de lekke band kunnen hebben veroorzaakt.
  • Gebruik alleen de originele achterwielen om ervoor te zorgen dat de remmen goed blijven werken.ottobock-Discovery-Mobility-Base-FIG-28

Montage

  • Begin met het drukken van de onderkant van de band over de rand van de velg achter het ventiel. Pomp de buis met een kleine hoeveelheid lucht totdat deze rond is; steek hem dan in de band.
  • Controleer de tube op vouwen. Als er plooien aanwezig zijn, laat dan wat lucht ontsnappen. U kunt nu de rest van de band monteren, beginnend met het deel van de band tegenover het ventiel door de band voorzichtig naar het ventiel toe te drukken.

Opblazen

  • Controleer aan beide kanten rondom de band of de binnenband klamptussen de rand van de band en de velg. Duw het ventiel iets naar achteren en trek het er weer uit zodat de band goed in het ventielgebied zit.
  • Vul de band met net genoeg lucht zodat deze nog gemakkelijk met uw duim kan worden ingedrukt. Zorg ervoor dat de band gecentreerd is op de velg voordat u verder gaat. Zo niet, laat dan wat lucht ontsnappen en lijn de band opnieuw uit. Pomp de band op tot de spanning aangegeven in de luchtdruktabel in hoofdstuk 'Technische gegevens' en draai de stofkap vast.

Technische gegevens

Draagvermogen (alle framebreedtes) [kg] 110
Draagvermogen van de opbergtas [kg] 5
Zitbuis hoogte [mm] 470
Helling rugleuning [°] 30
Duwbeugel hoogteverstelling ca. [mm] 200
Voorwieldiameter [“] 8
Achterkant wiel diameter ["] 12 22 24
Kleinste hoogte ingeklapt met duwbeugels of duwstang met ratelverbinding [mm]  

530

560

530 zonder achterwielen

620

530 zonder achterwielen

Kleinste hoogte ingeklapt met duwstang [mm] 700 730

700 zonder achterwielen

730

700 zonder achterwielen

Gewicht (standaardmodel) [kg] 22 26 26
Wielbasis [mm] 480 480 505 530 480 505 530
Zitneiging [°] 35 22.5 35 35 17.5 20.5 35
A – totale lengte [mm] (zonder accessoires) 750 875 900 925 900 925 950
omlijsting breedtes (buitenste rand of zitplaats staven) [Mm] 360 400 450 500
B – totale breedte 12″ wielen [mm] 550 590 640 690
Totale breedte 22″/ 24″ wielen [mm] 570 610 660 710
Afstand armleuningen

zonder afstandhouders / met afstandhouders [mm]

370 / 420 420 / 470 470 / 520 520 / 590

Draaiende straal
Om de draaicirkel te berekenen bij het draaien rond een geremd achterwiel kun je de volgende vereenvoudigde formule gebruiken.

W = B + √(A²+B²)
A = totale lengte, B = totale breedte, W = draaicirkelottobock-Discovery-Mobility-Base-FIG-29

Exampon:
Discovery met een framebreedte van 360 mm en 12″ wielen.
A = 750 mm, B = 550 mm draaicirkel = 1460 mm

Specificaties
Maximaal draagvermogen (inclusief zitschaal): 110 kg

Luchtdruk tabel
De achterwielmaten zijn op de zijwanden van de banden gedrukt.

Wiel Doorsnede [“] Druk [bar]
Voorwiel 8 2.5
Achterwiel 12 2.5
Achterwiel 22 4.5
Achterwiel 24 6

Drempelwaarden voor in de trein vervoerbare rolstoelen

  • De rolstoelen in deze serie voldoen volledig aan de minimale technische eisen van verordening (EU) nr. 1300/2014 voor rolstoelen die per trein vervoerd kunnen worden. Door verschillende instellingen kunnen echter niet alle uitvoeringen aan alle drempelwaarden voldoen.
  • Met behulp van onderstaande tabel kunt u of het gekwalificeerd personeel metingen verrichten en controleren of de betonnen rolstoel voldoet aan de drempelwaarden.
    Kenmerk drempelwaarde (volgens verordening (EU) Nr. 1300/2014)
    Lengte [mm] 1200 (plus 50 mm voor de voeten)
    Breedte [mm] 700 (plus 50 mm aan elke kant voor de handen bij beweging)
    Kleinste wielen [“] ca. 3 of meer (volgens de regelgeving moet het kleinste wiel een opening van 75 mm horizontaal en 50 mm verticaal kunnen opvangen)
    Hoogte [mm] maximaal 1375; inclusief een 184 m grote mannelijke rolstoelgebruiker (95e percentiel)
    Draaicirkel [mm] 1500
    Maximaal gewicht [kg] 200 (voor rolstoel en inzittende, inclusief eventuele bagage)
    Maximale hindernishoogte die kan worden overwonnen [mm] 50
    Bodemvrijheid [mm] 60 (bij een opwaartse hellingshoek van 10° moet de bodemvrijheid onder de voetsteun minimaal 60 mm bedragen om aan het einde van de helling vooruit te gaan)
    Maximale hellingshoek waarop de rolstoel stabiel blijft staan ​​[°] 6 (dynamische stabiliteit in alle richtingen)

    9 (statische stabiliteit in alle richtingen, ook bij ingeschakelde wielblokkering)

Documenten / bronnen

ottobock Discovery Mobiliteitsbasis [pdf] Instructies
Ontdekking Mobiliteitsbasis, Mobiliteitsbasis, Ontdekkingsbasis, Basis, Ontdekking